Kosmogenie in het Cobramuseum in Amstelveen

In het Cobramuseum is de collectie Zinzou uit Afrika te zien. De tentoonstelling is in nagenoeg gelijke vorm eind 2021 in Frankrijk in het MO.CO (Montpellier Contemporain) geëxposeerd waarvan de directeur is de bekende Franse kunstcriticus Nicolas Bourriaud. Het is ‘echte’ moderne kunst uit Afrika. Waarom ‘echt’? Dat komt door de koloniale erfenis die, het zwaarst, op Afrika rust. Je kunt ruwweg drie fasen in die erfenis onderscheiden.

Er is allereerst de tijdens de koloniale periode ‘geroofde’ kunst (meegenomen, of in het land van oorsprong of op de 19e eeuwse markt gekocht) die is ondergebracht, vroeger in koloniale musea, thans in meer sofisticated cultuurfora: van pronken met het imperiale bezit naar etnografische opvoeding van het Westerse volk. Over die wijze van presentatie en de ontwikkeling daarvan is recentelijk een aardig boek verschenen van Alice Procter ‘The Whole Picture. The colonial story of the art in our museums’. De laatste fase is de strijd om de terugkeer naar de landen van oorsprong. Ook hier een recent boek: Bénédicte Savoy, ‘Afica’s Struggle for its Art’.

De tweede fase is de receptie van de ‘primitieve’ kunst in het werk van moderne Westerse kunstenaars, zoals Picasso, Gauguin, Kirchner e.a. De Westerse kunstenaars gebruiken de etnografica als inspiratiebron. Verzamelaars van deze Westerse moderne kunst gingen tegelijkertijd beelden uit Oceanië en Afrika als versiering in hun huis opstellen.

De derde fase is dat de ‘primitieve’ en naamloze kunst (er waren meestal geen auteurs bekend) zich aan dit etnografische frame probeert te ontworstelen. Beroemd is de smaakmakende tentoonstelling in Parijs: ‘Magiciens de la Terre’ en dan volgen de latere Documentas. Afrikaanse kunst wordt ‘kunst’ in Westerse ogen.

Kosmogenie is de laatste fase. Op initiatief en onder de bezielende leiding van Marie-Cécile Zinsou werd in 2005 in Benin een Afrikaans Museum voor moderne kunst gestart met uitsluitend Afrikaanse kunstenaars. Het is nu gevestigd in Quidah, in dat land, in een oud koloniaal gebouw. Het begon met de aanschaf van foto’s van Hazoumé, die in zijn werk Afrika als grondstoffenland aan de kaak stelde:

Hazoumé

Maar al snel ging het om de eigen entiteit van de Afrikaanse kunst. De positie van de Afrikaanse bevolking op het wereldtoneel werd verbeeld door de kunstenaar Samba die de suprematie van de zwarte bokser op het wereldtoneel liet zien.

Samba

Er is werk dat teruggrijpt op de koloniale tijd, zoals de fotocollages van Isola Akpo:   

Isola Akpo

Er is sociaal-realisme van Moké die het echte Afrikaanse stadsleven schilderde:

Moké

En zijn alle varianten van afbeelding van de menselijke figuur: vanuit de Afrikaanse mythologie (Tokoudagba), een geabstraheerde voorstelling, als het ware een ‘retourtje’ Picasso (Sanogo), realistisch (Sidibé) en de massamens (Quenum), hierna afgebeeld in deze volgorde.

Tokoudagba
Sanogo
Sidibé
Quenum

Het is letterlijk en figuurlijk een bevrijdende tentoonstelling. Er worden de laatste tijd in het Cobramuseum meer van dit soort niet-Europese kunsttentoonstellingen gemaakt.

Literatuur

‘Cosmogenies, Zinsou, une collection africaine’, Montpellier: Mo.CO 2021

Alice Procter ‘The Whole Picture. The colonial story of the art in our museums’, Londen: Cassell 2020

Bénédicte Savoy, ‘Africa’s Struggle for its Art’, Princeton: Princeton University Press 2022

 Blogs over dit onderwerp van Egbert Dommering:

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.