De zaak Kreuk versus Danh Vo

Er is de laatste tijd veel publiciteit geweest over een proces dat de Nederlandse verzamelaar Bert Kreuk voor de Rechtbank Rotterdam tegen de van oorsprong Vietnamese kunstenaar Danh Vo heeft gevoerd. Kreuk stelt dat hij ter gelegenheid van de door het Haagse Gemeentemuseum in de tweede helft 2013 georganiseerde tentoonstelling uit zijn collectie met Danh Vo had afgesproken niet alleen dat deze een groot speciaal voor de tentoonstelling vervaardigd werk zou leveren, maar ook dat hij daarvan eigenaar zou worden. Het eerste had de Rechtbank al in een tussenvonnis van 23 juli 2014 bewezen geacht. Het tweede achtte de rechtbank, na door Kreuk naar voren gebrachte getuigen die bij de op 9 januari 2013 in het museum volgens hem gesloten deal aanwezig waren geweest te hebben gehoord, in het vonnis van 24 juni 2015 bewezen. Vervolgens zijn beide partijen in het openbaar ruzie gaan maken over dat laatste vonnis. Naar verluidt is er hoger beroep ingesteld. De zaak stelt principiële vragen over de relatie particuliere verzamelaar, openbaar museum en kunstenaar aan de orde waar ik een paar opmerkingen over wil maken, maar eerst nog even iets over de achtergrond en het vonnis van 24 juni 2015. De afbeeldingen in de tekst zijn allemaal werken van Danh Vo.

Amerikaans kolonialisme in Vietnam

Amerikaans kolonialisme in Vietnam

De Collectie Kreuk en de tentoonstelling in het Gemeentemuseum in 2013

Kreuk is al begin 2013 in de publiciteit getreden over zijn band met het Gemeentemuseum waar hij een aantal grote en vermoedelijk ook dure werken aan had geschonken (NRC 21 februari 2013, uitvoerig geciteerd in blog beeldenwereld,zie hieronder). Hij maakte melding van een samenwerking met de directeur. In dat interview zei hij onder meer dat de Nederlandse musea al jaren bij het verzamelen de boot hadden gemist, maar hij niet, en dat het museum daarvan kon profiteren. Ter gelegenheid van de tentoonstelling was hij met de conservator moderne kunst van het museum uitvoerig in beeld in de uitzending van het programma Kunstuur van 13 juni 2013. Hij werd daarin gepresenteerd als wereldwijd een van de belangrijkste verzamelaars van de nieuwste kunst. In de aflevering horen we de conservator van het museum zeggen dat deze eigenlijk geen verstand heeft van de kunst uit de collectie Kreuk en van vele kunstenaars uit die collectie nog nooit heeft gehoord. We horen Kreuk zeggen dat hij voor de inrichting van de tentoonstelling volledige vrijheid heeft gekregen en dat hij hoopt dat er twintig jaar later op die tentoonstelling wordt terug gezien als een historisch belangrijke tentoonstelling of woorden van gelijke strekking. Hij zegt dat zijn collectie gaat over ‘conceptuele kunst’.

Frans kolonialisme in Vietnam

Frans kolonialisme in Vietnam

De argeloze toeschouwer die denkt dat het gaat over de gelijknamige periode uit de jaren zestig van de vorige eeuw (meestal aangeduid als ‘conceptual art’: Kosuth, Wiener, Sol Lewitt enz.) slaat de plank mis. Kreuk is er in de loop van zijn twintigjarige verzamelleven, zo licht hij toe, achter gekomen dat het niet gaat om de kleuren en de vormen maar om ‘het concept’ of ‘de intentie’ van de kunstenaar. In het kleine tentoonstellingboekje dat bij de tentoonstelling gratis beschikbaar werd gesteld zegt de directeur van het museum in het voorwoord ook dat het hier gaat om een tentoonstelling van ‘conceptuele kunst’. Een saillant detail van het televisie programma is dat de conservator tijdens de verfilming van de inrichting van de tentoonstelling met een pakje komt binnen lopen en tegen Kreuk zegt: ‘Kijk, net binnen’. Beiden pakken ze het uit en er komt de kartonnen doos van Danh Vo uit tevoorschijn die nog in elkaar moet worden gevouwen, maar later door Kreuk schuin tegen de muur van zaal 38 wordt gezet. Hij geeft vervolgens een toelichting dat hij de culturele achtergrond van het werk interessant vindt zonder erbij te zeggen welke, maar benadrukt dat ook dit een voorbeeld is dat het om het concept draait

De tentoonstelling bleek mede door de weinig zeggende toelichting bij de werken ontoegankelijk. Wel viel het op dat werken van in opvatting en uitdrukkingsvorm totaal uiteenlopende kunstenaars bij één waren gehangen, zodat je als toeschouwer het gevoel kreeg dat je in boksring liep waar verschillende boksers een eigen wedstrijd aan het spelen waren waar je als kijker af en toe ook een mep van meekreeg.

Stukken van het Amerikaanse vrijheidsbeeld

Stukken van het Amerikaanse vrijheidsbeeld

Na afloop van de tentoonstelling werd bekend dat een aantal werken dat was tentoongesteld door Kreuk op de veiling was verkocht. Kreuk ontkende dat hij een ‘art flipper’ was (een ‘art flipper’ is iemand die speculeert met jonge kunst door deze vrij snel na aankoop op de primaire markt -de kunstenaar of de galerie- met winst op de secundaire markt -de veiling- te verkopen, vaak profiterend van het waarde vermeerderende effect van expositie bij een openbare instelling). Kreuk heeft niet ontkend dat hij werken heeft verkocht maar wel dat hij dit soort financiële motieven had; het ging om opschoning van de collectie.

Het vonnis van 24 juni 2015

Er zijn drie feiten die in het vonnis in het bijzonder de aandacht trekken.

Danh Vo heeft zich al of niet via zijn advocaat in het openbaar negatief uitgelaten over de juistheid en betrouwbaarheid van de getuigenverklaringen van de door Kreuk naar voren gebrachte en onder ede gehoorde getuigen, maar heeft er van afgezien om als partij zelf onder ede een getuigenverklaring af te leggen en er ook van afgezien zijn Berlijnse galeriehoudster die bij het gesprek op 13 januari in het museum aanwezig was onder ede als getuige te laten horen. Hij of zijn advocaat heeft er mee volstaan schriftelijke verklaringen over te leggen maar deze hebben geen wettelijke dwingende bewijskracht zoals de rechter begint met in haar vonnis op te merken.

Het valt op dat de aankoop in het museum plaatsvond na inspectie van de ruimte waar de tentoonstelling zou worden gehouden en dat toen besloten is tot zaal 38 met het bovenlicht. Het moest klaarblijkelijk gaan om een site specific werk. Wat was de bedoeling dat er met werk zou gebeuren na de tentoonstelling?

Kroonluchter uit hotel in Parijs waar het vredesverdrag over Vietnam werd gesloten

Kroonluchter uit hotel in Parijs waar het vredesverdrag over Vietnam werd gesloten

In het openbare gevecht dat na het vonnis van 24 juni losbarste zeiden Danh Vo en zijn advocaat dat de toegewezen nakomingsactie hem in zijn artistieke vrijheid beperkte. Hij kon niet op rechterlijk bevel een werk produceren. In ons Burgerlijk Wetboek staat (artikel 3:296) dat de ‘aard van de prestatie’ zich tegen toewijzing van een nakomingsactie kan verzetten. In de toelichting op deze bepaling heeft de wetgever als voorbeeld gegeven een auteur die zich jegens zijn uitgever heeft verplicht een bepaald werk te schrijven en dat niet doet. De uitgever kan geen nakoming vragen, alleen eventueel schadevergoeding. Je zou verwachten dat er in het proces over de aard van de prestatie is gediscussieerd, maar daarover vind je niets in het vonnis. Kennelijk hebben Danh Vo en/of zijn advocaat dit verweer niet gevoerd. Er moet nu op last van de rechter ‘een aansprekend’ werk worden geleverd. Maar dat is een nogal subjectief criterium. In ieder geval blijkt uit het laatste bedrijf van de openbare ruzie tussen Kreuk en Danh Vo dat wat de kunstenaar aanspreekt, Kreuk niet aanspreekt en dat deze zich vervolgens met de inhoud van het eventueel te maken werk gaat bemoeien.

Volgens Kreuk het aansprekende werk dat bij een Mexicaanse galerie is verkocht. Ging echter om Mexicaans Coronabier

Volgens Kreuk het aansprekende werk dat bij een Mexicaanse galerie is verkocht. Ging echter om Mexicaans Coronabier

De relatie kunstenaar/museum/ particuliere verzamelaar

De zaak is er nu wel zo publicitair opgeklopt dat iedereen in de kunstwereld deze in hoger beroep met een soort rellerige nieuwsgierigheid blijft volgen. Maar zij staat voor een bedenkelijke ontwikkeling in museum land. De meeste musea in Nederland zijn zogenaamd geprivatiseerd. Maar kunnen zich alleen dank zij overheidssubsidies die nog steeds een substantieel deel van de inkomsten vormen drijvend houden. Die subsidies zijn nodig voor de exploitatie, maar niet toereikend voor een toonaangevend collectiebeleid. Musea moeten zich dus steeds meer op particuliere fondsen verlaten en hier komen de grote verzamelaars steeds vaker in beeld. Deze krijgen daardoor steeds meer invloed op het collectiebeleid van het musea en op den duur een instrument in handen om hun eigen collectie openbaar in musea te tonen (de ethische code van de musea zwijgt over dit probleem). Musea hebben op de steeds commerciëlere kunstmarkt nog altijd een valoriserende functie (werk dat wordt tentoongesteld wordt over het algemeen meer waard: de handel adverteert er mee) en dat kan ten koste gaan van hun onafhankelijke positie. De onderhavige zaak laat zien dat ze daardoor ook in een partijdige positie kunnen worden gemanoeuvreerd. Personeelsleden van het musea worden gedwongen als getuige à charge tegen de kunstenaar op te treden en dat is een positie die je als museum liever niet zou moeten willen hebben. Voeg hier nog bij dat de voormalig staatssecretaris Zijlstra met name in de wetenschappelijke functie het hakmes heeft gezet en dat musea steeds meer op hoge bezoekersaantallen worden afgerekend, en het is duidelijk dat de onafhankelijke culturele functie van musea in Nederland in toenemende mate onder druk staat.

De ouders van Danh Vo zijn samen met hun toen vierjarige zoon destijds tijdens de Amerikaanse interventie uit Vietnam gevlucht. Zijn werk draagt met een merkwaardige geladen symboliek overal de sporen daarvan. Hij beschildert dozen waarmee Budweiser bier naar de Amerikaanse soldaten werd vervoerd met bladgoud dat verwijst naar boeddhistische tempels. Hij keert de Westerse culturele waarden om. Merkwaardig dat juist deze kunstenaar verzeild raak in een geschil omdat zijn werk binnen de Westerse cultuur economisch in waarde stijgt. Je zou dat cultureel masochisme kunnen noemen.

 

 

 

Bronnen:

Vonnis Rechtbank Rotterdam 24-6-2015 te vinden op www.rechtspraak.nl onder code ECLI:NL:RBROT:2015:4417.

http://beeldenwereld.blogspot.nl/2013/02/kunst-is-een-speeltje-van-de-rijken.html

http://avro.nl/kunstuur/Player/20130615_Verzamelaar_Bert_Kreuk/#.UeaGvKxIPSg

publicaties over het proces op artnet.com en diverse kranten

http://www.museumvereniging.nl/Portals/0/Assets/Voor%20leden/EthischeCode_20112006.pdf

 

Dit bericht is geplaatst in Essays, Kunstenaars. Bookmark de permalink.