De Zomertentoonstellingen in het Haags Gemeentemuseum

Erna Kuik op zomerexpo

Erna Kuik op zomerexpo

Bij de openingsborrel van de collectie Sanders op 19 juli in het Stedelijk stonden we in de hitte buiten te praten over de vierde ‘zomertentoonstelling’ in het Gemeentemuseum in Den Haag  (http://www.gemeentemuseum.nl/tentoonstellingen/zomerexpo-2014).  ArtWorlds (www.artworlds.nl ) heeft deze jaarlijkse zomertentoonstelling  met veel succes van de grond getild, maar de directie van het Gemeentemuseum is er ook nauw bij betrokken. Benno Tempel is voorzitter van het bestuur van ArtWorlds. De werken die worden geselecteerd voor de tentoonstelling uit inzendingen van amateurs en kunstenaars gaan door twee rondes. Eerst door een soort plaatselijke volksjury en dan door een jury waar de conservatoren van het Gemeentemuseum stevig in zijn vertegenwoordigd. Tijdens de selectie wordt geheim gehouden of het om een ‘amateur’ of een ‘kunstenaar’ gaat. Eigenlijk  was het een symbolische plek om een dergelijk gesprek te voeren, buiten vlakbij waar vroeger de Sandbergvleugel stond. Ik kan mij nog herinneren – het was lang voordat wethoudster Carolien Gherels de ruiten van de vleugel ingooide – dat daar schildersverenigingen één keer per jaar mochten exposeren. Het waren degelijke clubs zoals St. Lucas en De Onafhankelijken, mooie landschappen en stillevens en zo. Wat mij altijd het meest intrigeerde was dat kleine bordje. Het hing aan het begin van de tentoonstelling. Er stond op te lezen dat de tentoonstelling werd georganiseerd buiten de verantwoordelijkheid van de directeur. Het soort bordje dus dat je bij garderobes ziet hangen: ‘de directie stelt zich niet aansprakelijk.’ Vonden ze niet erg die ambachtelijke schilders, waren allang blij dat ze ieder jaar hun artistieke jas in de garderobe van het Stedelijk mochten ophangen en een hand van jonkheer Sandberg kregen. Later van De Wilde, ook een heer. De tijden zijn wel veranderd. Aan het begin van de volkstentoonstelling in het Gemeentemuseum zou een bordje moeten hangen: de directie

van het Gemeentemuseum is volledig verantwoordelijk.

De zomerexpositie van de Royal Academy in Londen heeft ten voorbeeld gestaan. Dit is een Londense Arti, met ledententoonstellingen, maar soms ook museale tentoonstellingen, zoals de Duitse Kunstverreins dat soms ook kunnen, maar waar de Nederlandse

zomerexpo Royal Academy
zomerexpo Royal Academy

 

kunstsociëteiten de middelen niet voor hebben.

Die ‘zomertentoonstelling’ is mij de dagen na dat gesprek blijven bezighouden. Wat is eigenlijk de doelstelling? vroeg ik mij af. Op de site van ArtWorlds lees ik dat het zou gaan om ‘een interactie tussen gevestigde en niet gevestigde kunstenaars’. Maar welke ‘gevestigde kunstenaars’? Zijn dat mensen die na een zware ‘peer review’ een opleiding aan een kunstacademie of een postacademiale opleiding hebben genoten, als kunstenaar zijn ingeschreven in het handelsregister of werk via een galerie (en dan: in welk segment van de markt?) verkopen? Ik heb de tentoonstelling nog niet gezien, maar wat ik in de afleveringen die AVRO Kunstuur aan het selectieproces heeft gewijd zag langskomen moet dat ‘gevestigd’ toch met een korreltje zout worden genomen. Op zich zou het wel een interessant experiment zijn om een at random selectie van top- en niet-top kunstenaars en werk van amateurs blind aan verschillende en verschillend geschoolde panels voor te leggen om de objectiviteit van waardeoordelen in de beeldende kunst te meten. Maar dan gaat het niet om ‘interactie’ tussen gevestigd en niet-gevestigd, maar om het meten van oordelen over werken, zonder dat we de autoriteit van de maker kennen. Zoiets als blinde proeverijen in de wijnwereld. Ik heb niet de indruk dat het daar om gaat, omdat het opzetten van een dergelijk experiment in de beeldende kunst veel voorbereiding en methodologische afwegingen zou vergen, die ik niet heb waargenomen.

Of is de doelstelling om de ‘drempel te slechten’ en meer publiek dat anders niet in een museum komt naar het museum te halen en te behouden? Dat is dan een variant van de sandwichformule die vroeger in de omroep werd gehanteerd: eerst geef je de kijker een show van populaire kunst en dan pak je door met ‘hoge’ kunst. Een vroegere directeur van het Gemeentemuseum heeft destijds zelfs ingestemd met de bouw van een aanleunend Museum van Onderwijs omdat hij dacht dat het publiek dat naar de Dinosaurus van het Onderwijsmuseum kwam kijken automatisch het Gemeentemuseum zou binnenstromen. De poort tussen beide musea is helaas gapend leeg gebleven. Er zijn trouwens ook geen publieksstromen van het Van Goghmuseum naar het Stedelijk, hoewel ze toch naast elkaar liggen. En welk publiek jaag je weg door iedere zomer een deel van je collectie naar de opslag te verplaatsen? Waarom selecteer je dan nog in een getrapt systeem van een volksjury en een gematigde peer review wie er mogen meedoen? Wil je de afvallers niet als bezoekers in je museum hebben?

Of is de doelstelling een populistisch-democratische? Eén keer per jaar laat je de ambachtelijke kunst van huisje-boompje-beestje zien omdat een groot deel van het publiek beeldende kunst nu eenmaal volgens die criteria beoordeelt en veel moderne kunst niet begrijpt of ‘geknoei’ vindt? Want uit de werken die langs kwamen in de selectie was toch wel te zien dat het om overwegend ambachtelijke kunst gaat (afgezien van gevallen van epigonisme van hogere kunst). Waarom zou je dan op den duur niet een volksjury instellen die het hele tentoonstellingsprogramma vaststelt? Eigenlijk zat het democratische programma van de elitaire socialist Sandberg dan beter in elkaar. Hij liet één keer per jaar de klassieke peer review van de schildersverenigingen, die niet met hun tijd waren meegegaan, toe, mits maar duidelijk was dat zijn modernistische peer review oordelen daardoor niet werden aangetast.

Al met al lijkt het me dat een leidend museum van moderne kunst zich kwetsbaar maakt met dit project met onduidelijke doelstellingen. Let wel: het Londense voorbeeld is de

Willem Sandberg met Zadkine (geen lid van St Lucas)

Willem Sandberg met Zadkine (geen lid van St Lucas)

Royal Academy, niet de Tate gallery. Ik denk niet dat die ooit zoiets gaat doen.

 

 

 

 

Dit bericht is geplaatst in Essays, Recensies. Bookmark de permalink.