David Maljkovic, Sources in the Air (tot 26 januari 2013 in het Van Abbemuseum)

David Maljkovic (Kroatië 1973), oud-resident van de Rijksakademie (2003-2004)  in Amsterdam, laat in het Van Abbemuseum tien jaar van zijn werk zien. Maljkovic komt uit het voormalige Joegoslavië. Toen Tito overleed was hij zeven jaar oud, bij het uitroepen van de onafhankelijke republiek Kroatië in 1991 achttien. Hij heeft dus de instorting van de Tito -variant van het communisme van nabij gezien. Wanneer hij als beeldend kunstenaar naar het Westen komt, wordt hij geconfronteerd met een ‘vrije’ kunstvorm die het modernisme nog als een herinnering koestert. In zijn geest moet toen een amalgaam zijn ontstaan van verdwenen en mislukte Westerse en Oosterse utopieën. Dat heeft hij gemeen met  de Kroatische kunstenares Sanja Ivekovic (1949) die uit de underground scene in Zagreb in de jaren zeventig voortkwam. Het geldt ook voor veel post-bellum kunstenaars uit Duitsland die hun jeugd en vorming in de DDR hadden genoten.  Een goed voorbeeld daarvan is Sigmar Polke, aanwezig op Dokumenta 5, een tentoonstelling die deze trend markeert. In de catalogus van de in 2009 in Hamburg gehouden tentoonstelling Wir Kleinbürger over Polke’s werk in de jaren zeventig schrijven de tentoonstellingmakers: ‘Bij Polke worden high and Low niet meer als hiërarchisch paar begrepen, het betreft ook de grenzen van sociale klassen; daarvoor had de kunstenaar de onverdraaglijke levenswereld van het Adenauertijdperk te duidelijk afgezworen.’ In deze periode zal Polke ook een spel met de lijnen van Mondriaan en een hakenkruis spelen

Maljkovic trad in 2004 voor het voetlicht met de serie New Heritage Trilogy. Het ijkpunt van de serie vormt het in 1970 gebouwde zilverkleurige monument ter herinnering aan de Tweede Oorlog dat in de Kroatische stad Petrova Gora staat, nu in een staat van onttakeling en beroofd van zijn historische betekenis. Het is een toren die stijlkenmerken van het constructivisme en futurisme vertoont in de onregelmatige ringen waar hij uit is opgebouwd. In drie ‘Back to the Future’ films (projecties van het utopistische ideaal van de jaren zeventig naar het midden van de 21e eeuw) die hij over een reeks van jaren maakte laat hij mensen als marsmannetjes zonder begrip voor de betekenis van het monument in en rond de toren lopen en spelen en het Kroatische volkslied zingen zonder de betekenis van dit lied te begrijpen. In één daarvan komen ze in een futuristische auto bij het monument aan. Het thema van de futuristische auto herneemt hij in de film Out of Projection  uit 2009. Deze is opgenomen op de nog bestaande testbaan van Peugeot in de plaats Sochaux in de Conté in Frankrijk, vlak bij de Zwitserse en Duitse grens. Oud-werknemers rollen testmodellen uit de jaren twintig over een gazon, poseren in een scheve zithouding op de met gras doorschoten betonbaan alsof ze door de bocht racen en vertellen in een aparte stomme film in de camera hun onverstaanbare herinneringen aan de ‘grootse tijd’ om met Du Perron te spreken. Goudvissen die geluidloze bewegingen maken met hun bek achter het glas van de onbereikbare kom van de geschiedenis.

Film zonder geluid, soms zwart met alleen ondertitels is het medium om de ongrijpbare tijdsbeelden op te roepen. In een zaal verbergt de lichtkegel van een lamp in een enorme tegen de muur geplaatste fotoparaplu een paar abstracte schilderijtjes die je maar amper kunt zien door om de paraplu heen te kijken: het zwarte gat van het verleden met een in het heden verdwenen toekomst. Aan het begin van de tentoonstelling is het medium film in naakte vorm verbeeld in een witte ruimte die het midden houdt tussen een laboratorium en een verhoorkamer in een politiebureau: de martelwerktuigen om het verleden tot spreken te dwingen, maar de verdachte blijft zwijgen.

De laatste zalen zijn meer sculpturaal van opzet. In de laatste zaal, Lost Pavillion geheten, reconstrueert Maljkovic het Amerikaanse paviljoen op de internationale beurs die in 1956 in Zagreb is gehouden. In de hoek staat een plant die opzij moet groeien, omdat de weg naar boven wordt belemmerd door een scheef afgesneden plafond. Maljkovic noemt het werk ‘uitgeputte vorm’. Ik zou eerder denken aan ‘afgeknepen vorm’. De groei wordt belemmerd door een samenleving die geen verdere ontwikkeling toelaat. In de zaal daarvoor staat een heel lange bank voor een toneel waarvoor de gordijnen zijn dichtgetrokken. De voorstelling waarin de utopie werd uitgebeeld is afgelopen en het theater van de toekomst van het verleden is opgeheven. Alleen de attributen zijn overgebleven. We kunnen in de tentoonstelling Lissitzky/Kabakov (ook in het Van Abbe, waarover later meer) zien wat er van geworden is.

 

 

 

 

 

 

Geraadpleegde literatuur:

Eduard Beaucamp, Kunststücke, Ein Tanz mit dem Zeitgeist, Berlijn: Philo Fine Arts, Fundus-Bücher 211, 2012.

Sanja Ivekovic, Sweet Violence, New York: catalogus MoMa 2012.

Petra Lange-Berndt & Dietmar Rübel (red.), Sigmar Polke: Wir Kleinbürger, Zeitgenossen und Zeitgenossinnen. Die 1970er Jahren, Keulen: Verlag der Buchhandlung Walther König 2009.

David Maljkovic, Sources in the Air, catalogus Van Abbenuseum 2012.

Dit bericht is geplaatst in Kunstenaars, Recensies. Bookmark de permalink.