De Roemeense beeldhouwer Constantin Brancusi (1876-1957) in Bozar in Brussel

Nog tot 12 januari is in het kader van de Europalia waar ditmaal Roemenië het aandachtspunt is, een overzichtstentoonstelling van deze beeldhouwer te zien. Het is de eerste grote overzichtstentoonstelling sinds Pompidou in Parijs in 1995 en vermoedelijk voor een heel lange tijd de laatste. Waarschijnlijk was in Parijs in 1995 ook alles te zien, maar deze heeft meer autobiografisch materiaal en toont ook foto’s en films van de kunstenaar zelf.

Filmfragment met Brancusi

Misschien is hij wel de grootste beeldhouwer van de moderne tijd. Hij had zijn wortels in de Roemeense volkskunst omdat hij in Hobita (er staat nog een Brancusihuis) was geboren, in Roemenië gelegen ongeveer in het midden van de driehoek van de steden Timisoara in het Westen, Brasov in het Oosten en Boekarest in het Zuiden. Waar Picasso de ‘primitieve’ kunst opslorpte en Gauguin naar de ‘primitieven’ toeging, kwam Brancusi er vandaan. Vooral in zijn latere werk keren elementen van de Roemeense volkskunst terug, maar ook het vroege werk ‘De kus’ is eigenlijk‘ een ‘primitief beeld’.

De Kus

Hij zocht de ultieme simpele vorm. ‘Eenvoud is de oplossing van complexiteit’ was een van zijn slogans. Maar die vorm was niet abstract maar pure natuur. Zijn vogels waren het aerodynamische in abstracto. Met Duchamp bezocht hij in 1912 een luchtvaarttentoonstelling. Deze wandelde zwijgend langs alle vliegtuigmodellen, totdat hij plotseling tegen Brancusi zei: ’Het is gedaan met de schilderkunst, wie kan iets beters maken dan een propeller.’  Het antwoord gaf Brancusi stilzwijgend: mijn vogels zijn een gestroomlijnde vlucht door de lucht. Maar die vorm stamt wel af van de ‘Pasarea Maiastra’, een magische vogel met gouden veren uit de Roemeense mythologie, waar hij ook een beeld van maakte (zie de foto van Peggy Guggenheim, de Amerikaanse verzamelaarster die later het museum in Venetië stichtte). Bij Brancusi maakt de vorm zich los van het verleden. Zoals hij ooit eens heeft gezegd: ‘Een ware vorm moet oneindigheid suggereren. De oppervlakte moet er uitzien alsof hij altijd doorgaat, alsof hij uit de concrete massa overgaat naar een volkomen bestaan.’

De ‘Vogel in de ruimte’ die in de VS keukengereedschap was

Zijn abstracte vogel was zo puur dat de burgerlijke samenleving er geen kunst meer in kon herkennen. Dit is het Amerikaanse douane-incident in 1927 over de import van een vogel van Brancusi die de Amerikaanse douane niet als kunst wilde (h)erkennen. Voor import van kunstvoorwerpen gold in de VS toen een vrijstelling van invoerrechten. De douane kwalificeerde het werk echter onder de categorie ‘Kitchen utensils and Hospital Supplies’ en legde een heffing van $ 600 op. Er volgde een proces waarin allerlei deskundigen werden gehoord en waarin een belangrijk vraagpunt was wat het beeld ‘voorstelde’. De eerste ondervraging door de rechter van de Amerikaanse fotograaf Edward Steichen, die het beeld voor de Armory show naar de VS had gehaald,  is onthullend:

“ –            What do you call this?

–              I use the same term the sculptur did, oiseau, a bird.

–              What makes you call it a bird; does it look like a bird to you?

–              It does not look like a bird, but I feel that it is a bird; is is characterized by the artist as a bird.

–              Simply because he called it a bird, does that make it a bird to you?

–              Yes, your Honour.

–              If you would see it on the street, you never would think think of calling it a bird, would you? If you saw it in the forest, you would not take a shot at it?

–              No, your Honour.

–              If you saw it anywhere, had never anyone call it a bird, you would not call it a bird?

–              No sir.”

Na het horen van alle deskundigen, kwalificeert de rechter het niettemin als een kunstwerk met de volgende redenering:

“The object now under consideration is shown to be for purely ornamental purposes, its use being the same as that of any piece of sculpture of the old masters. It is beautiful and symmetrical in outline, and while some difficulty might be encountered in associating it with a bird, it is nevertheless pleasing to look at and highly ornamental, and as we hold under the evidence that is the original production of a professional sculptor and is in fact a piece of sculpture and a work of art according to the authorities above referred to, we sustain the protest and find that it is entitled to free entry.”

Hij zou veel bewonderaars bij Amerikaanse verzamelaars in het interbellum krijgen.

Peggy Guggenheim met Maiastra

Zijn atelier in Parijs (nu permanent te zien in Pompidou) getuigde van de fusie tussen de primitieve en de moderne vorm. Hij ontving er zijn tijdgenoten, zoals Duchamp, Léger en Man Ray. Maar ook uit de muziek en de architectuur: Satie en Le Corbusier. De dans was in opkomst en hij liet danseressen langs zijn pure vormen dansen. Hij maakte er foto’s en films van, die op de tentoonstelling zijn te zien. Zo werd het atelier een knooppunt van de primitieve en de moderne vorm.

Danseres in het atelier van Brancusi

Zijn vroege beeldhouwkunst gaat over klassieke lichamen, en gezichten. Hij laat ze echter niet aan het steen ontsnappen, zoals hij het van Renoir had geleerd, waar hij in het begin in Parijs had gewerkt.

Beeld gemaakt tijdens Brancusi’s leerlingschap van Rodin

Als zij vrij komen van het materiaal worden de gezichten eivormig en de lichamen rechte elliptische figuren die oneindig zijn. Toch is er een concreet begin. De eivormige slapende muze heeft

Renée-Irena Frachon

haar oorsprong in het gezicht van de verzamelaarster van Brancusi’s werk, Renée-Irena Frachon.

Slapende Muze

Een ander gestileerde kop blijft echter naar het oorspronkelijke model heten ‘Mme Polany I’, in   verschillende fasen van stilering.

Margit Polany

Mme Polany I

Mme Polany III

Een van zijn laatste werken is de eindeloze kolom die in situ in Roemenië in Tirgu-Jiu  wordt opgericht, geheel gevormd naar de vormen van de Roemeense volkskunst. Toch wordt het gezien als een van de radicaalste voorbeelden van de moderne beeldhouwkunst.

Film van de eindeloze kolom, gemaakt bij de onthulling

Geraadpleegde literatuur:

F.J. Bach, M. Rowell & A. Temkin (eds.), Constantin Brancusi, Parijs/Philadelphia: catalogus van de gelijknamige tentoonstelling in Pompidou en het Philadelphia Museum of Art in 1995.

Laurie Adams, Art on Trial, New York: Walker & Company 1976

Dit bericht is geplaatst in Kunstenaars, Recensies. Bookmark de permalink.