De affaire Beatrix Ruf

Het terugtreden van Beatrix Ruf als directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam kan gezien worden als een crash die uit een stuurloos systeem voortvloeit. De stuurloze positie en het gebrek aan besluitkracht van de Raad van Toezicht van het museum bij dit terugtreden is daar onderdeel van. Die heeft namelijk maximale (deels vermijdbare) schade aan de internationale reputatie en de toekomstige exploitatie van het museum toegebracht. Welk systeem is er precies gecrasht? Het systeem van ‘privatisering’ van musea. In plaats van ‘privatisering’ zou je dit beter de-legitimering en uitkleding van het Nederlandse cultuurbeleid ten aanzien van musea kunnen noemen.

Nieuwe toegang Stedelijk okt. 2017

De afgelopen jaren zijn de meeste musea in Nederland geprivatiseerd. Die term werkt versluierend, omdat de meeste musea nog steeds grotendeels worden gesubsidieerd door de (lokale) overheid. Dat is ook bij het Stedelijk het geval. Blijkens het jaarverslag van 2016 kwam 58% van de inkomsten uit subsidies. De gemeente Amsterdam, die tevens eigenaar van de collectie en het gebouw is, heeft voor de komende vier jaar 12 miljoen daarvan (ongeveer twee derde) toegezegd. Dat betekent dat ‘privatisering’ eigenlijk betekent: privatisering van het bestuur. Het feit dat de overheid economisch eigenaar blijft heeft bovendien tot gevolg dat de relaties tussen het politieke bestuur en het museum niet langer in culturele termen (een cultuurbeleid waarvoor de overheid politiek verantwoordelijk is) maar in economische termen (rendabele exploitatie) worden uitgedrukt. De musea worden dus letterlijk de markt op gedreven. Dat plaatst ze in een dwangpositie om de culturele waarden die ze in huis hebben te gaan vermarkten.

Maar die ‘privatisering’ is dus ook de-legitimering van het cultuurbeleid, omdat dat nu in handen komt van burgers. Wie zijn die burgers die in de besturen van musea gaan zitten? Deze functies zijn in het algemeen niet of nauwelijks bezoldigd, dus de mensen die deze posten gaan bezetten doen dat uit sociaal-culturele overwegingen. Bij musea zijn dat vaak verzamelaars. Aangezien de waarde van kunst stijgt door de voorkennis die je over nieuwe kunstenaars op doet en door publieke tentoonstelling van kunstwerken, verkeren zij al snel in de verleiding werken uit eigen collectie in het museum te krijgen of nieuwe werken van kunstenaars in hun collectie.

Keith Haring plafond Stedelijk

Als je dit allemaal bij elkaar optelt moet je vaststellen dat de plaats waar verantwoordelijkheid moet worden gedragen voor een cultuurbeleid objectief gekarakteriseerd kan worden als een die economische en sociale belangenverstrengeling bevordert. Dat heeft de overheid willen voorkomen door de Raden van Toezicht op te dragen de Governance Code Cultuur te handhaven. Blijkens het jaarverslag doet het Stedelijk dat ook. Een kernbepaling in die Code is: ‘Toezichthouders en bestuurders  vermijden elke vorm van belangenverstrengeling. De Raad van Toezicht ziet hier op toe.’ De Code geeft tien concrete aanwijzingen hoe je dat moet doen.

De grote vraag die nu op tafel ligt is of de Code door de daarvoor verantwoordelijke Raad van Toezicht niet of onvoldoende is gehandhaafd, c.q. bewust is ontdoken en zo ja door wie. We weten het niet en de Raad zelf kennelijk ook niet want die gaat iemand aanstellen om dat te onderzoeken. Wat wij wel weten is dat Ruf destijds is aangetrokken om haar internationale netwerk (lees: nevenfuncties), dat er al direct bij haar aanstelling discussie was of zij bepaalde adviesfuncties kon blijven vervullen maar dat de Raad dat heeft goedgevonden. Daar is o.a. in de advertenties van Christiaan Braun aandacht voor gevraagd. Wij weten ook dat er een advies bv is opgericht kort voor haar aanstelling, maar wat die deed weten we niet. Wij weten ook dat zij een grote particuliere collectie van een bevriende verzamelaar het museum heeft binnen geloodst, maar dat over die collectie door het museum ten onrechte naar buiten is gecommuniceerd dat dit een volledige schenking was, terwijl het maar een gedeeltelijke schenking was. Wist het museum dat niet? Hoe kan dat, als je een groot deel van je aankoopbudget daaraan moet besteden? We weten ook dat zij bevriend was met een verzamelaar die geprobeerd heeft een valse Mondriaan aan het museum te slijten. Heeft de daarvoor verantwoordelijke expert binnen het museum de valsheid niet onderkend?

Al deze zaken hadden moeten zijn onderzocht, vastgesteld en op een behoorlijke manier naar buiten gecommuniceerd voordat er ingrijpende beslissingen waren genomen. Dat pad is afgesneden doordat Ruf dinsdag j.l haar aftreden bekend maakt met een haar kennelijk door de Raad van Toezicht ingefluisterde tekst dat ze dat ‘in het belang van het museum’ deed. ‘In het belang van het museum’ is dat duidelijk niet geweest. In plaats daarvan is er een steeds groter wordende gifwolk blijven ronddrijven van halve verdachtmakingen en vermoedens over afrekening van oude vetes, die ineens ook haar artistieke beleid/inzicht raakten. Want we weten dat als er in het veld van de moderne beeldende kunst iets fout gaat het niet lang duurt voordat er een paar intellectuelen zijn te vinden om de kunst zelf bij de strot te grijpen. Terwijl Ruf bezig was in het onmogelijke gebouw met een kostbare exploitatie de juiste aanpassingen door te voeren en een op zichzelf boeiend beleid op poten te zetten. Weg ermee, in het belang van het museum. Het systeem crasht.

De trap die nergens naar toe leidt

Toezichthouders en bestuurders  vermijden elke vorm van belangenverstrengeling, maar de Raad van Toezicht zag hier niet op toe.  Hij blijft gewoon zitten terwijl het schip op de klippen loopt. En de nieuwe voorzitter wordt Minister van Justitie. Zat hij eigenlijk aan een roer?

Dit bericht is geplaatst in Essays. Bookmark de permalink.